‘Beter’ is ambitieuzer dan het wettelijke minimum. Dit prestatieniveau komt vaak overeen met de gangbare eisen, bijvoorbeeld op vlak van binnenmilieu.
In zijn totaliteit staat ‘beter’ voor een duurzaam gebouw in de holistische zin. Een brede waaier van criteria moet immers ‘beter’ zijn om in totaliteit ‘beter’ dan goed te scoren.
GRO is een flexibel instrument. Deze flexibiliteit houdt in dat het voor elk project op maat gemaakt moet worden. Niet in elk project komen alle aspecten van GRO aan bod.
Gaat het bijvoorbeeld om een nieuwbouw, uitbreiding of restauratie, dan zijn er andere criteria van toepassing.
Afhankelijk van de visie, de ambitie, het type project en de procedure kan GRO op verschillende manieren geïmplementeerd worden:
Afhankelijk van de gekozen samenwerkingsvorm kunnen ook de projectfasen verschillen, daarom bestaan er twee verschillende overzichtsfiles voor het GEBOUW: één voor klassieke procedures en één voor geïntegreerde opdrachten.
GRO vrijblijvend gebruiken
Voorbeeld:
bij haalbaarheidsstudies
Enkele criteria van GRO toepassen
Voorbeelden:
Voor meer informatie en voorbeeldteksten:
GRO hanteren als ambitie- en controle-instrument
De uitwerking moet steeds op maat van de concrete opdracht worden afgestemd. Uiteraard is het de aanbestedende overheid die daarover over de autonomie beschikt en er ook de eindverantwoordelijkheid voor draagt.
Voorbeelden:
Voor meer informatie en voorbeeldteksten:
GRO omvat een pool van kwantitatieve en kwalitatieve criteria onderverdeeld in drie categorieën: PEOPLE, PLANET en PROFIT.
Op het tabblad “overzicht” in de overzichtsfile Gebouw worden alle criteria geselecteerd, die van toepassing zijn en een raakvlak met de opdracht hebben. De meeste criteria zijn doorgaans van toepassing voor een bouw- of renovatieproject. Enkel criteria die niet van toepassing zijn, kunnen worden uitgevinkt.
De criteria kunnen geselecteerd worden om minimale prestatieniveaus op het niveau van een criterium vast te leggen.
Sommige criteria versterken elkaar, andere zijn moeilijker te combineren. In de invloedsmatrix wordt weergegeven welke impact een gegeven criterium kan hebben op de haalbaarheid van een ander.
Er is een aparte set van criteria voor de kwaliteit van de site. Deze criteria worden enkel toegepast als het om een opdracht gaat waar ook een site gezocht wordt.
Aan de hand van GRO kan men een globaal ambitieniveau voor het project vastleggen, maar kunnen er ook accenten gelegd worden door minimale prestatieniveaus voor bepaalde criteria vast te leggen.
Op het tabblad “overzicht” GEBOUW wordt het eventuele minimale prestatieniveau vastgelegd.
De criteria zijn in drie prestatieniveaus ingedeeld: uitstekend, beter en goed.
De ondergrens, het minimale ambitieniveau.
‘Goed’ is soms het wettelijke minimum en soms een minimaal niveau dat we zeker willen garanderen voor een gebouw.
‘Beter’ is ambitieuzer dan het wettelijke minimum. Dit prestatieniveau komt vaak overeen met de gangbare eisen, bijvoorbeeld op vlak van binnenmilieu.
In zijn totaliteit staat ‘beter’ voor een duurzaam gebouw in de holistische zin. Een brede waaier van criteria moet immers ‘beter’ zijn om in totaliteit ‘beter’ dan goed te scoren.
Staat voor een zeer ambitieuze, bovengemiddelde maar haalbare score.
Het zal zelden haalbaar zijn om op alle vlakken uitstekend te scoren, gezien eisen mekaar soms tegenspreken.
Als opdrachtgever omschrijft u best eerst uw visie en ambitie op vlak van duurzaamheid in het algemeen en in het bijzonder voor het respectievelijke project. Kies hiervoor een plek die zeker grondig gelezen wordt, bijvoorbeeld in het programma van eisen of het begin van het bestek.
Omschrijf op welke manier GRO voor een integrale aanpak zorgt gedurende de verschillende fases van het project rekening houdende met het programma van eisen en technische vereisten.
GRO kan een belangrijk hulpmiddel zijn om duurzaamheid te beoordelen. Dankzij GRO kan men op een eenvoudige manier duurzaamheid als gunningscriterium hanteren.
Het vooropgestelde ambitieniveau, meestal “beter”, vormt de ondergrens.
Vervolgens wordt er beoordeeld op het plan van aanpak, de realiteitszin en haalbaarheid en de wenselijkheid van de voorgestelde oplossing.
Als opdrachtgever kan men de overzichtsfile Gebouw met een globaal ambitieniveau en accenten voor bepaalde criteria toevoegen aan het bestek. We raden aan om voor maximaal drie criteria minimale prestatieniveaus vast te leggen.
Afhankelijk van de gevraagde documenten in offertefase (visie, plan van aanpak of schetsontwerp) wordt het gunningscriterium anders vormgegeven en kan de gevraagde bewijsvoering verschillend zijn:
Bij bepaalde procedures (zoals bijvoorbeeld een 1-stapsprocedure) is er nog geen concreet schetsontwerp voorhanden en wordt er beoordeeld op basis van visiedocumenten, een plan van aanpak en de kwaliteit van het team.
Het is vaak nog niet mogelijk om de prestatieniveaus precies te omschrijven.
Belangrijke aspecten bij de beoordeling van de visie:
In geval van een schetsontwerp kan er veel duidelijker aangegeven worden op welke criteria er zal ingezet worden en welke prestatieniveaus er worden beoogd. Bij 2-stapsprocedures is er bijvoorbeeld vaak sprake van een schetsontwerp.
De inschrijver dient de gevraagde documenten in conform het gunningscriterium van het bestek. In dit plan van aanpak wordt afhankelijk van het gunningscriterium ingegaan op alle van toepassing zijnde criteria van GRO.
Belangrijke aspecten bij de beoordeling van het schetsontwerp:
Niet elk project is in klassieke projectfases ingedeeld. Bij Design & Buildopdrachten of bouwteamformules kan een andere indeling van projectfases interessant zijn.
De opdrachtgever is vrij om te bepalen welke fases in zijn specifiek project van toepassing zijn.
Men kan hier de bewijsvoering vragen uit de fase “voorontwerp”, waarbij men aan de hand van eerste berekeningen het beoogde prestatieniveau kan staven.
Voor het ontwerpteam moet duidelijk uit het bestek blijken:
Indien er te veel prestatieniveaus van criteria op voorhand vastgelegd worden, zal dit mogelijks de vrijheid van het ontwerpteam beperken. Het is ten zeerste aan te raden om voorafgaand aan de aanbesteding een ‘simulatie’ te doen van het beoogde ambitieniveau. Zodoende kan men de haalbaarheid van het ambitieniveau (rekening houdende met het beoogde comfortniveau en technische, financiële en andere randvoorwaarden van het project) nagaan en het stellen van onrealistische eisen vermijden. De opdrachtgever dient eveneens na te gaan of alle deeleisen binnen een criterium van toepassing zijn.
De opdrachtgever beoordeelt niet enkel op de score van GRO maar heeft aandacht voor de volledige context van het project.